Tunieken , overhemden en ridders van de Kruistochten

2018-07-13 13:48:40

Aan het eind van de middeleeuwen hunkerden edellieden naar de ware riddertijd die al een paar eeuwen passé was. Ter vermaak hield men toernooien waarbij men de ridders van weleer sterk idealiseerde. In werkelijkheid waren de ridders uit de vroege middeleeuwen die deel uitmaakten van de eerste

tunieken

Kruistochten

om het Heilige Land uit de handen van de heidenen te redden , lang niet zo hoofs en wellevend als men zich dat in latere tijden graag voorstelde.
Rigoureus samengevat waren de tijden voor de Kruistochten donker. De behuizing was slecht en het woord ‘ongezellig’ is een zwak understatement voor de staat van inrichting. Vrouwen waren een soort wezens die op de mannelijke schaal gemeten dichter bij ezel en koe stonden dan bij de baas van het huis zelf. Het is juist de culturele uitwisseling geweest met de oosterse volkeren (er werd niet alleen gevochten tijdens de zeer langdurige Kruistochten) die een soort verfijning met zich meebracht. Sofa’s, kussens en ander huishoudtextiel werden naar het Noorden geëxporteerd.

Tunieken en doorknooptunieken in de middeleeuwen

Zo ook de knoop, een kostbaar kleinood dat onmiddellijk een rage veroorzaakte: de doorknoop tunieken van onder tot boven. Tot dan moest men zich behelpen met spelden of naald en draad waarmee men ‘s ochtends sluitingen dicht liet naaien om ze ’s avonds weer open te laten tornen.

Ridders van de Middeleeuwen

kruisvaarder

Weer terug naar het eind van de Middeleeuwen, waarbij ridders en edellieden met elkaar in de slag gaan om de eer. De strijders, in harnas gestoken voor steek- en lansspel, tooiden zich met de kleur van hun favoriete dame die als waardige ‘cheerleader’ haar ‘man’ aanmoedigde. Die kleur kon bestaan uit een stuk van de mantel van een dame of een geheel overhemd of tuniek dat duidelijk zichtbaar over de strijdkleding werd aangetrokken. Het overhemd ging na het toernooi weer terug naar de eigenaresse, die het bezwete en bebloede exemplaar weer over haar eigen leden aantrok.

Klinkt dat vreemd of vies? Vergelijk het eens met voetballers aan het eind van een inspannende interland. Als teken van goede wil worden de natte shirts uitgewisseld. En een fan die zo’n shirt weet te bemachtigen, zal het niet wassen. Met het zeepwater zou ook de magie verdwijnen.

De riddertijd

tuniek mannen

Uit de geïdealiseerde riddertijd stamt ook het kiezen van een kleur door strijders en sporters. Een gegeven dat ons zeker bij teamsporten waar de leden van beide partijen door elkaar lopen zeer logisch voorkomt. Maar dat was de vorige eeuw niet altijd het geval. Voetbal bijvoorbeeld, een volkssport, werd gespeeld in een mengeling van oude kleding en ondergoed.

Borstrok of overhemd

van de ene partij was moeilijk te onderscheiden van die van de tegenpartij.
De elite, die tenslotte meer tijd had om zich over te geven aan sport en spel, liet speciale sportkleding vervaardigen waaraan wij heden ten dage nog maar moeilijk iets werkelijk sportiefs kunnen ontdekken, maar waaruit wel veel van onze moderne sportkleding en –mode is voortgekomen: een colbert om in te golfen, een blazer om in te roeien en een wollen flannel broek om in te tennissen.
Colbert, blazer en flannel pantalon zijn oorspronkelijk sportkleren van eind vorige, begin deze eeuw. Voor spontane bokspartijen volstond men met het ontbloten van het bovenlijf of het om de heupen knopen van het over de schouders afgezakte overhemd (door de lengte van de shirtpanden die tussen de benen door werden gehaald was het aan- en uittrekken van een overhemd, terwijl de broek op zijn plaats diende te blijven, bewerkelijk)
Om het elitaire karakter van sommige sporten te benadrukken, koos men weer voor het luxueuze wit of ecru. De kleding van sporten als tennis, schermen en cricket getuigt daar nog steeds van.

Het ‘wit tunieken’-effect

Het ‘wit tunieken’-effect, dat staat voor het idee dat de drager ervan betrouwbaarder is dan de drager van een donker of zwart overhemd (de laatsten kennen ook een treurige geschiedenis), doet ook opgang in de sport. De Amerikaanse psychologen Frank en Gilovich onderzochten de werking van wit en zwart in de tunieken.
Aan supporters en arbiters toonden zij spelmomenten van een ploeg die in het zwart en van een ploeg die in het wit gekleed ging. De sportieve acties van beide groepen waren identiek, maar toch spraken de toeschouwers van deze beelden hun voorkeur uit voor de ‘Witten’ en keurden zij het spel van de ‘Zwarten’ af.

tuniek vrouwen