Stoffen Materiaal voor Hemden - Hemd Stofmateriaal
De shirtstoffen: van nylon tot natuurlijk
Het zijn vooral praktische overwegingen die ertoe hebben geleid dat veel shirts bestaan uit een mengeling (of een blend) van natuurlijke en synthetische materialen. De tendens naar ‘puur-natuurstoffen’ tekent zich duidelijk af, maar nog steeds leven we met het recente verleden waarin overhemden geheel waren opgebouwd uit nylon of polyester.
De toenemende vraag naar shirts in de jaren vijftig, en in zekere zin ook de schaarste aan natuurlijke materialen, leidden tot steeds grotere omzetten in synthetica. De groeiende welvaart opende de ogen voor de toekomst; Een toekomst waarin men steeds vrijer zou zijn, zich minder hoefde te bekommeren om het intensieve reinigingsproces van kleding. Shirts uit nylon verloren in het water snel hun vuil en lagen na even gedroogd te zijn zo weer in de kast (‘no iron’ , 'kreukvrij'). Dat het hemd in kwestie koud en ‘nattig’ aanvoelde bij het aantrekken en bij het uittrekken knetterende geluiden maakte vanwege de statische elektriciteit, vond men aanvankelijk niet zo bezwaarlijk: men droeg vaak nog een hemd onder het overhemd.
In de jaren zestig ontwerpt men zelfs weggooikleding, zogenaamde ‘camping-jurkjes’ , die na een paar keer dragen en enkele wasbeurten de vuilnisbak in konden. Tal van verpakkingen werden aangeprezen met het predikaat ‘wegwerpverpakking’ , dus waarom de verhulling van het lichaam ook niet ?
Aan het einde van de jaren zeventig is men steeds meer gebruik gaan maken van natuurlijke materialen. Maar nog altijd zijn er vele hemden waarbij veertig of vijfendertig procent van het materiaal onder de noemer synthetica valt; Er zijn fervente dragers van deze met polyester gemengde hemden die het reinigingsgemak en het feit dat dergelijke hemden minder snel kreuken en makkelijker te strijken zijn doorslaggevend vinden. Maar zeker in zuidelijke landen kijkt men met afkeer naar niet-natuurlijke shirts en slaat men kreukels in katoen en linnen juist hoog aan als bewijs van echtheid.
In de loop der jaren is men er overigens uitstekend in geslaagd om geheel katoenen hemden te maken die zich in het dragen zeer goed houden. Deze shirts zijn opgebouwd uit vrij luxe garens, zogenaamde langstapelige vezels (de duurdere soort katoen) die zeer sterk ineengedraaid zijn (getwist) en daardoor een voortreffelijk kreukherstellend vermogen hebben.
Een overzicht van materialen
Naast kleur, vorm, dessinering en detailverwerking is het vooral de stof die de appreciatie van het shirt bepaalt. Het materiaal levert niet alleen de visuele, maar ook tactiele kwaliteiten (hoe voelt het aan) .
Linnen was tot midden vorige eeuw het meest gebruikte materiaal voor shirts en kreeg door de toenemende vraag naar goedkopere hemden een overvleugelende concurrentie van katoen.
Linnen is nu een gewaardeerd materiaal voor zomerse shirts die op arrogante wijze mogen kreukelen. Soms wordt linnen behandeld met harsmengingen om het kreuken minder sterk te maken. Een verminking van de specifieke eigenschap van linnen, die wel aangeeft hoe sterk men de natuurlijke structuur (ongelijke draden door verdikkingen) op prijs stelt.
Vooral in warme klimaten is linnen bijzonder aangenaam, mits van een goede kwaliteit. Te hard en te ruw linnen kriebelt nogal.
Linnen heeft een enorm vochtabsorberend vermogen, maar moet nooit te lang vochtig blijven, want dan wordt de vezel aangetast.
Onder de naam linnen worden ook stoffen materiaal hemden verhandeld die wel een linnenstructuur hebben of net als linnen in een zogenaamde ‘plat-binding’ (één-op, één-neer, als kleutervlechtwerk) zijn geweven, maar niet uit linnen bestaan : graslinnen, gloria of Egyptisch linnen.
De laatste jaren experimenteert men met succes met tal van mengingen van linnen en andere weef- en breitechnieken om linnen een veelzijdiger karakter in de mode te geven.
Katoen is een belangrijk basismateriaal dat onder verschillende andere namen ook wordt toegepast voor shirts. Namen die vaak een verschillend weefsel-, brei- of verwerkingsproces aangeven. Zo bestaat badstof of frotté uit (doorgaans honderd procent) katoen waarbij kleine lusjes de optiek bepalen. En flanel is een katoenen weefsel dat aan één of beide zijden machinaal geruwd is. T-shirts zijn dan weer gemaakt van een bijzonder fijn gebreid katoen of katoenen blend.
De kwaliteit van katoen is sterk wisselend, afhankelijk van het land van herkomst (zo is katoen uit Amerika en Egypte veel beter – langere en daardoor minder kwetsbare vezels – dan katoen uit India).
Katoen is een prettig aanvoelende stof die in natte toestand sterk is. De stof is bijzonder geschikt voor tal van shirts. Katoen wordt voor shirts ook gemengd met systhetische materialen ( polyster); voor glans, rekbaarheid en om het minder te laten kreuken. Zolang katoen bij de menging in de meerderheid is (zestig procent of meer) overheersen de goede eigenschappen ervan.In opmars is heden organisch bio katoen . Ook katoen mengelingen met stretch-lycra-elasthane zijn voor slim fit blouses in trek bij het jonger publiek .
Voor dress business shirts kiest je man vooral dubbel getwijnd Egyptisch en Supima katoen "cotton twofold".
Wol wordt voornamelijk ingezet voor najaarshemden. En dat hoeven lang niet altijd dikke, geruite shirts te zijn. Een klein percentage wol, gemengd met katoen of rayon, kan de stof van een hemd een rijk uiterlijk verlenen. Wol wordt vaker gebruikt als basismateriaal voor gebreide, dan voor geweven stoffen voor shirts.
Zijde werd vroeger vooral door de elite gedragen. Het is een natuurlijk materiaal, gewonnen uit de cocon van de zijderups (één cocon levert een draad van enkele kilometers lengte).
Zijde hoeft niet altijd glad en glanzend te zijn (zoals we vaak zien als het is verwerkt tot een stropdas), maar kan er ook wollig uitzien of de structuur van linnen hebben. Dan gaat het om ruwe zijdesoorten, zoals bourette of shantung (ook wel honan genoemd).
Erg dicht geweven zijde kan nogal eens benauwd dragen, maar is wel een edel materiaal om te zien. Zijde is een isolator en geleidt slecht warmte of kou. Reden waarom het de dragen desgewenst warm of koel houdt. Zijde van goede kwaliteit is kostbaar en niet een van de meest duurzame materialen, maar wel zeer bijzonder voor shirts. De laatste jaren is er een groeiende tendens naar ‘gewassen zijde’, een materiaal dat er sportief uitziet en zeer soepel valt, maar door het bijzondere karakter van de stof nooit pover oogt.
Viscose, rayon of kunstzijde zijn verschillende benamingen voor een materiaal dat in wezen uit natuurlijke stoffen materiaal hemden is opgebouwd, maar op een speciale wijze tot stand komt. Door schaarste ging men al in de vorige eeuw op zoek naar alternatieven voor zijde en katoen. Uiteindelijk slaagde men er in de jaren twintig van deze eeuw in om een ‘cellulose-pap’ (natuurlijk materiaal uit hout gewonnen) door een minuscule sproeidop te persen (stel je een soort vingerhoed met gaatjes in de top voor). De stralen nog vloeibare cellulose die daaruit worden geperst, worden verhard en het resultaat is een bundel zeer lange draden (filamenten). Door deze te versnijden, te spinnen en te weven als katoen kwam met tot een nieuw materiaal dat door zijn glans en valling de naam kunstzijde kreeg. Na de vinding van deze synthetische vezel uit natuurlijke materialen, waardoor men stoffen materiaal hemden kon creëren als viscose, crupo, acetaat en tricetaat, ging men zich mede door de oorlogsindustrie concentreren op geheel synthetische vezels waarvoor chemische grondprodukten als aardolie werden ingezet. Deze synthetica omvat onder meer acryl, polyamide, nylon, polyester. Viscose is een materiaal dat tegenwoordig weer veel wordt gebruikt voor shirts. Ook hier zijn kwaliteitsverschillen, evenals bij katoen, maar een goed viscose shirt is bijzonder soepel, draagt comfortabel en is behoorlijk slijtvast. Het dient echter zeer regelmatig gestreken te worden en toont zich zeker in natte toestand niet erg sterk.
Synthetica ( synthetische vezels ) is als basismateriaal zonder enige menging met natuurlijke stoffen niet echt prettig om te dragen. Nylon of polyester shirts voelen bij het aantrekken verdacht koud aan en tonen zich in het dragen snel ‘plakkerig’ en ‘zweterig’. Op zoek naar nieuwe modematerialen doen stoffenstilisten weer een beroep op synthetische materialen voor harde glanseffecten of voor de mogelijkheid een zeer lichte stof er toch heel gesloten uit te laten zien. Maar, waar dergelijke nieuwe micro-fibers wel aantrekkelijk zijn voor trendy jasjes, zijn ze af te raden als materiaal voor shirts die direct op het lichaam worden gedragen.
Flanel en Houthakker stof:
Flanel is een textielsoort die gemaakt is van los gesponnen garen dat geweven is in een linnen-of keperbinding. Meestal is het een één- of tweezijdig geruwde katoenen stof, maar flanel kan ook van synthetische vezels worden gemaakt, of samengesteld zijn uit verschillende vezels. De stof wordt vaak gebruikt voor overhemden. Flanel vindt zijn oorsprong in Wales, waar het sinds de 17e eeuw werd vervaardigd.
Daarentegen is flannel een totaal andere stof. Dit is een wollen stof uit kam-of strijkgarens voor rokken, pantalons en herenkostuums. De stof uit kamgarens wordt alleen gevold terwijl de stof uit strijkgarens geruwd en gevold wordt.
Stretch is een elastische rekbare stof in een keperbinding waarbij katoen wordt gemengd met Lycra of Elasthane .
Denim , Spijker stof en Jeans stof:
Denim, ook wel spijkerstof, is een weefsel in keperbinding en wordt veel gebruikt voor kleding. Het is een bijzonder sterke, gekeperde katoenen stof. Denim is een afkorting van de oorspronkelijke Franse benaming serge de Nîmes. Nïmes is een Zuid-Franse stad waar deze stof voor het eerst werd vervaardigd door de familie André voor de veehoeders van de Camarque, de zogeheten gardians. De Blue jeansblauwe denim spijkerbroek dankt zijn naam aan de blauwe kleurstof indigo en jeans komt van de Franse benaming Gênes van Genua waar de eerste denim broeken werden vervaardigd.
Piqué is een katoenachtige stof met patronen. De patronen ontstaan door het gebruik van vuldraden.
Tweed is een grove, wollen stof uit Groot-Brittannië. Deze stof ontleent zijn naam aan de streek waar het voor het eerst werd geproduceerd, namelijk langs de rivier de Tweed. Een andere verklaring is dat het woord afkomstig is van het Schotse tweel, dat keper betekent. Deze binding wordt meestal voor tweed gebruikt.
Tweed wordt zeer dicht geweven. De stof is dan ook direct als zodanig te herkennen. De weeftechniek maakt de stof zeer hecht. Het is dan ook goed wind- en waterwerend. De stof vertoont de schuine keperlijn en wordt uit geverfde garens geweven. Soms worden effectgaren met wolnoppen gebruikt.
Gabardine is in principe een heel dicht geweven kale gladde stof met fijne steile lijnen. De zogenaamde steilkeperbinding. Een gabardine stof kan geweven zijn van wollen of katoenen garens of van een mengingen van een van deze grondstoffen met polyester of polyamide.
Boucléstof bestaat uit 2 soorten . De eerste wordt geweven van het garen bouclé. Het oppervlak van deze stof kenmerkt zich door nopjes, lussen of krulletjes. De andere soort boucléweefsel wordt verkregen doordat de draden van een toegevoegd inslagstelsel in lusjes worden gelegd. Dit is de techniek die bijvoorbeeld voor zestiende-eeuws Italiaans versierd fluweel wordt gebruikt.